Rechter weigert verhuizing met kinderen

De rechter heeft het verzoek van een moeder om te mogen verhuizen met haar kinderen van Gorinchem naar Emmeloord afgewezen, omdat de verhuizing niet noodzakelijk werd geacht.

Als beide ouders gezag hebben over hun kinderen, dan mag de verzorgende ouder niet zomaar met de kinderen verhuizen. Doorgaans is hier toestemming voor nodig van de andere ouder. Als de andere ouder niet toestemt, dan kan de rechter vervangende toestemming geven.

Het ligt aan de omstandigheden of de rechter deze toestemming geeft of onthoudt. Zo mag de verhuizing niet tegen het belang van het kind zijn en dient er een noodzaak te zijn om te verhuizen. Deze noodzaak zal er in de beleving van de ouder die wil verhuizen zeker zijn, maar dit wil nog niet zeggen dat de rechter deze mening deelt.

Zo wilde een moeder onlangs met haar tweeling van Gorinchem naar Emmeloord verhuizen, een afstand van zo’n 130 kilometer. Ze deelde het gezag over haar kinderen met haar ex, die in de buurt woonde van Gorinchem. Ter onderbouwing van haar verzoek gaf de moeder aan dat zij afkomstig is uit Emmeloord en dat ze daar familie en vrienden heeft.

De vrouw was erg ongelukkig in Gorinchem en voelde zich voortdurend geconfronteerd door onprettige herinneringen, mede omdat de vader uit deze omgeving afkomstig is. Omdat ze na de breuk met de vader in een slechtere financiële positie verkeerde, was het voor haar niet mogelijk de gezamenlijke woning over te nemen. In Emmeloord daarentegen was een ruimer woonaanbod en waren de prijzen aantrekkelijker. De vader weigerde echter toestemming te geven omdat op die manier de omgangsregeling teveel in het geding zou komen.

Belangenafweging
Bij een dergelijk geschil dient de rechter alle omstandigheden in acht te nemen en alle belangen af te wegen. Hieronder vallen onder meer het belang van de ouder om te verhuizen en de vrijheid om zijn of haar leven opnieuw in te richten én de noodzaak om te verhuizen. Ook spelen een rol de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg alsook de frequentie van het contact tussen de kinderen en de andere ouder voor en na de verhuizing.

Hoewel de rechter zich kon voorstellen dat de vrouw wenste te verhuizen naar de plaats waar zij oorspronkelijk vandaan komt, waarmee zij tevens uit de invloed- en levenssfeer van de man wilde geraken, oordeelde de rechter toch dat met die redenen de noodzaak van de verhuizing onvoldoende was komen vast te staan.

Ten aanzien van de woning was niet gebleken dat de vrouw serieuze pogingen had ondernomen om in Gorinchem en omgeving naar een passende woonruimte te zoeken en dat deze pogingen op niets waren uitgelopen. Het verzoek van de vrouw werd dus afgewezen.

(Bron: www.jurofoon.nl)

NIEUWS