De verdeling van draagkracht bij samengestelde gezinnen.

Op 26 april 2016 oordeelde hof Amsterdam over een geschil waarin de man na het uiteengaan van partijen het kind van zijn nieuwe partner had erkend, zodat hij onderhoudsplichtig werd voor drie kinderen. De draagkracht van de man en de vrouw was niet toereikend om volledig te voorzien in hun eigen aandeel in de kosten van verzorging en opvoeding van hun twee kinderen, terwijl de nieuwe partner van de man voldoende draagkracht had om te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van het derde kind.
De rechtbank overwoog dat het in dit geval redelijk was dat de draagkracht van de man volledig werd aangewend om te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de twee kinderen die hij samen met de vrouw had, uitgaande van het beginsel dat dan zoveel mogelijk in de kosten van alle drie de kinderen kon worden voorzien.

NIEUWS